Laatste brief uit Westerbork
De Alkmaarse familie Drukker was Joods. Abraham, Juliette en Marjan Drukker kregen te maken met alle anti-Joodse maatregelen. Toen duidelijk werd dat veel Joodse mensen werden gedeporteerd, dook het gezin onder op verschillende onderduikadressen in Nederland. Het laatste onderduikadres van het gezin was bij het echtpaar Kleibroek-Nannes aan de Westfriesedijk 60 te Warmenhuizen, waar ze op 17 mei 1944 tijdens een razzia werden gearresteerd. Ze zijn naar Westerbork gedeporteerd.
Deze brief is het laatste teken van leven dat van het gezin bewaard is gebleven.
De brief werd verstuurd door Juliette Drukker-Cohen. Abraham Drukker schreef het grootste gedeelte van de brief, zijn vrouw Juliette voegde er (in lichtere inkt) nog een kort bericht aan toe. De brief is gericht aan de heer Kleibroek in Warmenhuizen, bij wie het gezin ondergedoken had gezeten. Het poststempel is van 1 september 1944. De post moest aan voorschriften voldoen, je mocht geen enkele informatie geven over wat er werkelijk gebeurde in het kamp. Vanuit Westerbork werd de familie op transport gezet naar Theresienstadt en Auschwitz, waar ze alle drie in oktober 1944 zijn vermoord. De brief heeft de heer Kleibroek nooit bereikt. Hij was gevangen genomen omdat hij onderduikers had geholpen en overleefde de concentratiekampen niet.
Om de brief makkelijker te lezen, kun gebruik maken van de ‘transcriptietool’ en met je muis op de regel van de brief hangen die je wilt lezen.
Hier vind je ook een uitgetypte versie van de brief.
